Bingo en stoelendans

Ik haat afscheid nemen. Ik haat het om dingen en mensen achter me te laten, ook al is het soms echt de juiste keuze. Het liefst neem ik alles en iedereen mee. Dat zei ik dus ook tegen mijn klas op de laatste dag: “Ik neem jullie gewoon állemaal mee naar huis, dat past best!” Een paar riepen er “Jaaaaaaa”, maar de meesten keken nogal bedenkelijk. Ik denk ook niet dat hun ouders het zouden accepteren, dus daar hield mijn ‘adopteer-de-hele-klas’ idee op. Beter voor iedereen denk ik.

Ik heb een hekel aan dat moment dat een klas je vragend aankijkt of je nog gaat huilen. Als je het wél doet is het gênant, zeker in mijn geval. Ik ben namelijk niet zo iemand die charmant een traantje wegpinkt, bescheiden haar neus snuit en overgaat tot de orde van de dag. Nee, ik behoor tot die groep die de waterlanders laat stromen tot ze niet meer uit haar ogen kan kijken en het snot over de kin loopt. Ik ben zo’n persoon waar op dat moment geen fatsoenlijk woord meer uitkomt, alleen nog maar gierende uithalen. Die arme kinderen zouden meteen in traumatherapie moeten.

Huil je niet tijdens een afscheid, dan kan het de indruk wekken dat je het misschien niet écht erg vindt om weg te gaan. Ik deed het niet, maar riep dat ik het zou gaan doen als ze niet op zouden houden met lieve dingen zeggen. Perfecte middenweg vond ik zelf. Dat de tranen wel erg hoog in mijn traanbuisjes zaten viel denk ik wel op, maar dat mag. Zolang ze daar maar blijven. Ik zou mijn klas namelijk ook écht heel erg gaan missen. Het is gewoon een enorm leuk stel. Schatjes, van de grootste mond tot het kleinste hartje.

Het ging allemaal nogal snel, het moment dat ik de keuze maakte lag (door de vakantie ertussen) een week voor de werkelijke laatste dag. In de praktijk kwam dat er op neer dat ik het ze maandag vertelde en dat de dag erna mijn laatste dag op de ISK was. Op de vraag wat ze op die dag wilden doen kwamen de reacties: “Bingo en stoelendans.” Nou is dat niet direct wat je verwacht van een klas met roots in Burundi, Syrië, Turkije, Eritrea, Aruba, Salvador en Brazilië, maar ze waren érg eensgezind.

Dus trok ik de Action leeg en leende ik een bingorad bij de buren. Nadat we een ijsje hadden gegeten in de stad stalde ik de prijzen uit. Geen kind had verwacht dat er werkelijke prijsjes verbonden zouden zijn aan dit spel en toen ik die verbazing zag, vond ik nog leuker dan daarvoor. Blijkbaar vonden ze bingo al leuk zónder prijzen, en dan te bedenken dat ik het zelfs niet leuk vind mét! Ik deed het lang niet gek als heuse bingodame – ik zou bijna een carrièreswitch overwegen – en mijn klas zat bloedfanatiek hokjes aan te kruisen en de getallen te roepen die ze nog nodig hadden. We leken wel een bejaardencentrum in plaats van een klas vol pubers. Toen ze uiteindelijk allemaal één of meerdere prijsjes in handen hadden, werden de stoelen in het midden van de klas gezet en slingerde ik de muziek aan. Op mijn laatste dag zouden mijn collega’s horen dat ik er nog was!

Het laatste kwartier dansten mijn ( nu nog wel ) pubers om de stoelen alsof ze nooit anders hadden gedaan. Een van de jongens nam mijn rol als DJ over en er klonk uit de speakers:

Vanavond ga ik even uit m’n bol
Gooi alles van me af en giet me vol
Want ik hou van het leven
Al moet ik soms ook geven
Want vanavond ga ik even uit m’n bol.

Toen was het tijd. Ik kreeg knuffels, tranen, heel veel lieve woorden en ik moest beloven vaak terug te komen. Dat ga ik doen. Ik ben ze stuk voor stuk dankbaar voor alles wat ik van ze heb geleerd en hoop van harte dat ik ze op mijn beurt ook meer bij heb kunnen brengen dan de lessen op zich.

Een ding is in ieder geval gelukt. Want zeg nou zelf: is een klas die vraagt om bingo en stoelendans met Nederlandstalige muziek geïntegreerd of niet?! 😉

Eén reactie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s