Plasstress

Ik zit een kwartier in de zaal als ik het voel. Het is niet te negeren, per minuut wordt het duidelijker.
Ik zal, of ik nou wil of niet, tussen nu en een half uur moeten plassen. En ik weet één ding heel zeker: dat is op dit moment níet heel handig!

We zijn net lekker uit eten geweest met z’n tweeën bij een restaurant in de buurt van de schouwburg waar we nu kijken en luisteren naar Guido Weijers.
Ik at een heerlijke tagliatelle met vis en dronk twee glazen wijn met een paar glazen water.
Lopend van het restaurant naar de schouwburg, door al die leuke steegjes, zei ik al tegen Marcel dat ik dadelijk eerst zou moeten plassen.
Dat was dan ook het eerste wat ik deed in de schouwburg, maar ja.

Had ik dat water maar niet gedronken
Nu moet ik dus weer!
Als je één ding niet wil als je in de schouwburg zit bij een cabaretier is dat: opvallen.
Nou is Guido Weijers niet het type cabaretier dat je tot de grond toe afbrandt, maar ik heb al wel gezien en gehoord hoe hij een paar mensen op de eerste rij heeft toegesproken.
Op de eerste rij weet je dat dat kan gebeuren.
En als je tijdens een voorstelling opstaat en wegloopt om te gaan plassen kun je er ook op rekenen.

Dus blijf ik netjes zitten en probeer ik me te herinneren of ik heb gelezen dat er een pauze tijdens de voorstelling is.
Ik bekijk de flyer die ik in mijn handen heb van voor tot achter, maar daar staat geen pauze vermeld.
Shit.
Of nee, beter: pis!

Ik ga een beetje anders zitten, dat helpt even. Blijkbaar kun je je blaas een beetje voor de gek houden. Helaas trapt hij, of zij, daar niet lang in.
‘Ik ben er nog en ik zit vol!’ roept dat ellendige zakje in mijn buik.
In gedachten tel ik de mensen die moeten opstaan als ik nu uit de rij wegloop. Dat valt mee, we zitten redelijk aan de zijkant.
In gedachten tel ik dan de mensen die kijken als ik nu opsta, naar de trap moet lopen en de deur open moet doen. Dat zijn er een heel stuk meer!
Ik blijf zitten en heb nog nooit zo hard gehoopt op een pauze.

‘We gaan zo een foto maken met zijn allen die jullie na de pauze kunnen downloaden’, zegt Guido.
Ik veer op (wat niet zo handig is met een overvolle blaas).
Zei hij nou pauze?
Ik hoorde hem toch pauze zeggen?
Er is een pauze!
Ik kan dadelijk naar een toilet, het leven heeft weer zin.
‘Er is pauze’ fluister ik intens gelukkig naar Marcel, die me volledig wezenloos aankijkt.
‘Ja. En?’
‘Dan kan ik eindelijk plassen!’
‘Dan zou ik maar rennen,’ zegt hij. ‘Ik denk dat je niet de enige bent.’

Nog een half uur in de rij ga ik niet redden, dus als de pauze zich aandient ren ik naar het damestoilet.
Daar is het nog lekker rustig, ik ben alleen op één rennende soortgenoot na.

‘Ik was zó bang dat we geen pauze zouden hebben,’ vertrouwt ze me toe. ‘Ik moest zo nodig, maar het laatste wat je wil is gaan lopen in zo’n volle zaal tijdens de show.’

We lachen naar elkaar via de toiletspiegel.
Opgelucht met onze lege blaas.
We hebben het gered.
Op naar de tweede helft!

(Voor de duidelijkheid: Foto van Canva, dit ben ik niet zelf.)

Eén reactie

Plaats een reactie