Paracetamol en water

Paracetamol en water

Heb je al een afspraak gemaakt bij de huisarts?’ vraag ik als hij voor de zoveelste keer klaagt over pijn onderin zijn buik. Hij lacht een ironisch lachje. ‘Huisarts Nederland niet goed!’

Als ik hem vraag waarom hij Nederlandse huisartsen niet goed vindt, vertelt hij hoe hij daar de laatste keer werd weggejaagd. ‘Kssttt kssstttt’ doet hij, met zijn handen wuivend alsof hij een vervelend beest wegjaagt. Ik begrijp uit zijn verhaal dat hij gewoon bij de huisarts naar binnen is gestapt zonder afspraak te maken. Iets wat in zijn land, Syrië, de gewoonte is, maar hier niet. ‘Huisarts zegt: bellen! Ik naar huis, bellen, dokter zegt: geboortedatum? Ik weet het niet. Geen afspraak.’ 

Dat het noemen van een geboortedatum moeilijk is voor mijn cursisten weet ik. Ik heb het meerdere keren met ze geoefend, want het wordt in ons land nou eenmaal vaak gevraagd. Zeer regelmatig maak ik even een rondje ‘Spel je naam en noem je geboortedatum’. We oefenen samen telefoongesprekken met huisartsen en tandartsen, maar buiten het lokaal blijft dit toch heel erg lastig. Het zijn de dingen die belangrijk zijn in een groep als deze, zelfredzaamheid is een groot goed en ligt niet vanzelfsprekend binnen handbereik als je laaggeletterd bent of wat meer moeite hebt met leren.

Hij vertelt verder: ‘Dokter zegt: geen afspraak, paracetamol en water. Goed slapen. Succes!’ 

Bij deze woorden begint de hele groep hard te lachen. ‘Alle huisartsen in Nederland zeggen alleen ‘water en paracetamol’ is de eenduidige klacht. In Syrië krijg je veel makkelijker medicijnen mee vertellen ze me. ‘‘Alle opa’s en oma’s hebben veel pillen thuis,’ vertelt mijn jongste cursist. Hij heeft al 2 jaar op de ISK gezeten en spreekt erg goed Nederlands. Vanwege het niet behalen van het juiste niveau is hij nu nog aangewezen op een aantal jaar inburgeren en hij doet zijn uiterste best daar nog alles uit te halen wat erin zit. ‘Als je ziek bent ga je naar opa en oma, je vertelt wat je hebt en zij hebben een pil voor jou. Je hoeft niet naar de dokter. Opa’s en oma’s zijn onze apotheek.’ Hij lacht.

Een andere cursist vertelt-, met handen en voeten, de woorden die inmiddels heeft geleerd en hulp van anderen-  over zijn vriend die zich ernstig had verbrand in zijn gezicht tijdens een barbecue. De man had de hulpdiensten gebeld, maar had zich niet verstaanbaar kunnen maken. Na een zeer lang telefoongesprek hadden ze hem gezegd de volgende dag naar de huisarts te gaan. De huisarts, die schrok van wat hij zag, stuurde de man direct met een ambulance naar Beverwijk. Daar gaven ze aan niet meer zoveel te kunnen doen aan de ernstige brandwonden, hij had eerder moeten komen. Het is één van de verhalen die het voor velen zo belangrijk maakt de taal zo goed en zo snel mogelijk te leren. Taal is van levensbelang.

Dus oefenen we nog een keer het gesprek met de huisarts. Één van mijn cursisten is de huisarts. De ander wil een afspraak maken.

“Goedemorgen, ik wil graag een afspraak maken.”

“Goedemorgen, wat is je naam?”

“Mohammad A.”

“Wat is je geboortedatum?”

“1 januari 1999.”

“Hebt u pijn?”

“Ja. Mijn rug pijn. En mijn hoofd pijn. En mijn oor pijn.”

“Oké. Neem water en paracetamol. Beterschap!”

“Ik wil afspraak!”

“Oké, kom om 2 uur. Tot ziens.”

Mijn cursist kijkt blij. Hij heeft een afspraak gemaakt in de klas. Nu alleen nog in het echt!

 

Plaats een reactie