Ramadan

“Ik ga even snel dat kastje halen hoor.”
Op Marktplaats heb ik een kastje gezien dat ik graag wil hebben.
“Ben zo terug!”

Ik bel aan bij een huis in de steigers, de deur zwaait al open. Een man van buitenlandse afkomst staat met open armen in de deuropening.
“Daar ben je! Kom binnen! Kom binnen! Doe je schoenen uit en kom alsjeblieft binnen!”
“Eh, ik kom voor het kastje”, besluit ik voor de zekerheid nog even te melden.
“Ik weet. Ik weet. Maar wij hebben eten en koffie voor jou. Kom. Kom!”

In de woonkamer, waar het flink warm is, zitten twee mannen en een vrouw aan tafel. De tafel is bezaaid met lekkernijen en briefjes met – wat ik eruit kan opmaken – een soort goede voornemens.
De man stelt me uitgebreid voor aan zijn vrouw en vrienden, die nog maar kort in Nederland zijn.

“Ga zitten. Wij zijn Moslim. Wij vieren Ramadan. Wil jij eten?”
Zijn gezicht smeekt bijna om een “Ja graag!”, dus ik besluit een kopje koffie te accepteren. Hij barst nog net niet in juichen uit, terwijl zijn vrouw naar de keuken snelt.
Ik voel me helemaal vrolijk door deze gastvrijheid én een beetje ongemakkelijk.
Ik kom eigenlijk alleen een kastje halen.

“Wij weten dat God het fijn vindt als wij delen. En wij doen het zo graag. Wil jij een vijg?”
Een bord met vijgen, abrikozen en ander gedroogd fruit wordt in mijn richting geschoven.
“In Turkije drogen de abrikozen onder de boom. We laten ze liggen en de zon doet zijn werk.”
Ik maak een grapje over de regen in Nederland, hij vertaalt het voor zijn vrienden en ze lachen bulderend.

We praten over het onderwijs, het echtpaar was in Turkije docent en probeert dat hier weer op te pakken.
We praten over de taal, het asielzoekerscentrum op een boot, het eten, het weer en de gewoontes in Nederland. Aan dat laatste kunnen ze nog niet echt wennen. “Jullie hebben altijd haast.”
Ik kan er weinig tegenin brengen.

Nadat ik beloofd heb dat ik nog een keer met mijn hele gezin kom eten en zijn vrienden gedag heb gezegd, loop ik met hem en zijn vrouw naar de deur.
“Wij zijn nu je vrienden. Als je ons nodig hebt mag je altijd bij ons komen en wij helpen je.”

“Waar bleef zo lang?”, vragen ze thuis.
“Ik zat met een Turks gezin aan tafel Ramadan te vieren.”
Marcel grinnikt. “Hoe krijg je het weer voor elkaar?”

Ja, hoe krijg ik het altijd voor elkaar?
Ik weet het niet.
Maar wat voel ik me een rijk mens dat het zo is!
Fijne Ramadan!

2 reacties

  1. Hallo. Ik ben degene die die avond op het Schip aan tafel bleef. Ik vond je artikel erg leuk. Het was leuk om even met je te kletsen. Hartelijk dank.

    Like

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s