Vette EHBO-skills


Ik ben een klungel, een kluns, een kneusje op zijn tijd. Nee je hoeft niet te zeggen dat het wel meevalt, echt, het is zo en ik lig er niet wakker van.
Er gaat bijna geen dag voorbij dat ik niet ergens een koffievlek in mijn kleren heb, in iets smerigs ben gaan zitten of iets ondefinieerbaars onder mijn schoenen aantref.
Blauwe plekken op tafelhoogte herinneren me er dagelijks aan dat ik in het onderwijs werk en collega’s kunnen het meestal precies zien als ik een les met verf heb gegeven.

Een paar jaar geleden zag ik tijdens een kinderfeestje van Merte en Sanna in een theaterboerderij een drempel over het hoofd. Ik was net in een prachtige lange jurk gehesen en zou als ijskoningin meespelen in het door hen bedachte toneelstuk. Het werd een ijskoningin met haar been op een kruk, het klappertanden van de pijn maakte mijn rol als ijskoningin waarschijnlijk wel een stuk geloofwaardiger.
Na het feestje brachten we de kinderen ergens onder en gingen we in één streep door naar het ziekenhuis, mijn enkel was zwaar gekneusd.
Dat was de linker.

Na talloze andere, kleinere en grotere, ongelukjes was het gisteren weer eens zover.
Ik was druk, zowel in het echt als in mijn hoofd.
Ik rende de trap op, dat ging nog goed.
Maar bij het naar beneden rennen vergat ik een trede.
En het is raar, want als je het wéét kun je makkelijk een traptrede overslaan. Misschien zelfs wel twee als je een klein beetje soepel bent.
Geen enkel probleem toch?
Maar als je het niet in de gaten hebt, als je brein denkt dat je beneden bent en je voeten luisteren daar braaf naar, dán heb je ineens een serieus probleem. Dat probleem ondervond ik toen mijn voet geen vloer vond waar mijn hersenen dachten dat die er zou zijn.

En dus klapte ik op de grond op een manier die ik je zéker niet kan aanraden. Enkel in een hoek van 90 graden, heup die de zwaartekracht iets té serieus nam en alles daartussen wat de aanvaring met een stenen vloer niet erg kon waarderen.
Kortom: au!

Binnen een minuut had ik vier paar armen om me heen.
“Mama, gaat het?”
Ik checkte mijn lijf: had ik met mijn hoofd tegen de muur gestoten? Nee…
Had ik iets gebroken? Dat wist ik even niet..
Mijn enkel voelde niet zoals het hoorde.
Dit had ik eerder meegemaakt bedacht ik.
Drempel, traptrede. Één pot nat als het om een enkel gaat.

En toen was daar Sanna.
Sanna heeft sinds een tijd op school EHBO en mag volgende week, als het goed gaat, haar diploma in ontvangst nemen. Al wekenlang oefent ze de stabiele zijligging en verbandjes.
Ze heeft, zo zegt ze zelf, ‘vette EHBO-skills.’
Heb ik even geluk!!

Nadat ik haar ervan verzekerd heb dat de stabiele zijligging niet noodzakelijk is, ondersteunt ze me naar de stoel.
Ze constateert dat de bult op mijn voet al enorm is en gaat in gedachten het lijstje af.
112? Ze bedenkt dat ze beter Marcel kan bellen, een ambulance lijkt haar wat overdreven.
Daarna maakt ze een coolpack voor me en gaat bij me zitten.
“Wat nu ook alweer?” denkt ze hardop.
“Moet ik je afleiden van de pijn?” vraagt ze.
Mijn antwoord dat dat niet noodzakelijk is slaat ze in de wind.
“Wat is je lievelingskleur?”
“Wat vind je van de kerstboom? Moet er niet nog een piek in?”
“Wat is je lievelingsdier?”
Met haar vastberadenheid weet ze me in ieder geval aan het lachen te krijgen.

Als Marcel thuis komt zit ik in de stoel met vier bezorgde meiden om me heen.
Marcel vraagt zich af of hij nog iets moet doen, maar dat is eigenlijk niet meer nodig.

De vorige keer was het mijn linkerenkel.
Dit keer mijn rechter.
Maar na al die jaren is er een nog groter verschil:

Ik heb meiden die me van de vloer halen, me helpen en vertroetelen.
En ik heb een dochter met ‘vette EHBO-skills.’
Bof ik even ❤❤❤❤

Eén reactie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s