Iedereen die mij kent weet: ik ben niet de meest gestructureerde persoon. En dat is zwak uitgedrukt denk ik. Ons gezin is ook zeker niet het meest gestructureerde gezin. Ik zou soms willen dat het anders was, we doen heus ons best, maar het zit er niet echt in. En eigenlijk vinden we dat dan ook weer prima!
Mensen die wel enorm gestructureerd zijn zitten dan ook enerzijds in mijn allergie-zone, anderzijds ben ik jaloers op ze.
Ik zou soms ook best een moeder willen zijn die zonder blikken of blozen een papieren zakdoekje uit haar tas tovert bij een snottebel. Een moeder die niet bij een ongelukje hoeft te zeggen: “Vraag even of de buren nog pleisters hebben.” Ik vergeet steevast de zonnebrand bij een dagje naar het zwembad en het is meerdere keren voorgevallen dat mijn kinderen tijdens een dagje uit op de plaats van bestemming roepen dat ze geen schoenen hebben aangetrokken voordat we vertrokken.
Er zijn mensen die kunnen het wél…
We zitten bij het zwembad op de camping. Onze jongste blonde spruit rent naar het water met ongekamde haren en één bil uit haar bikinibroek. Ik bedenk dat ik straks even iets aan haar haren moet doen en neem die bil op de koop toe. Ze is pas acht. Vanuit mijn ligstoel kijk het zwembad rond. En dan slaat mijn allergiemeter op tilt.
Ze staat met een fles zonnebrand in haar hand aan de rand van het zwembad. Prachtig slank is ze, haar haren in een knotje. Ze staat op zachte toon te roepfluisteren: Haar zoontjes moeten nú komen om te smeren. In het midden van het zwembad zie ik twee bleke ventjes. Op hun hoofd dragen ze beiden een pet die niet zou misstaan in Siberië. Met een grote flap aan de voorkant en twee enorme flappen opzij. De bleke lijfjes zijn gekleed in lange zwembroeken en een uv-shirt met lange mouwen. Beiden hebben ze een zwemvest aan én bandjes om de armen.
Als twee kleine bleke sumoworstelaars worstelen ze zich in hun outfit door het water. Bij de kant aangekomen moeten ze éérst hun klaargezette crocs aan voordat ze mogen gaan lopen. “Anders krijg je zwemmerseczeem.” Hun gezichtjes worden dik ingesmeerd met zonnebrand en ze krijgen beiden een fles water in de handen gedrukt. “Drinken!” zegt moeder gebiedend. Braaf klokken de twee ventjes het water naar binnen. Na het hele tafereel worden er met opgestoken wijsvinger een aantal regels herhaald wat betreft het zwemmen en de ventjes duiken weer het water in.
Ik kijk naar mijn eigen kind, dat met een vrolijk zongebruind koppie en natte ongekamde haren uit het zwembad komt. Er is nog steeds één witte bil die de vrijheid verkiest boven de bikini.
“Smeer die bil even in, die wil zó graag in de zon” zeg ik. Ze lacht. “Je bent een rare moeder” roept ze als ze in het water springt.
Ze heeft gelijk. En eigenlijk vind ik dat prima zo!

prachtig verhaal, en geniet van je welverdiende vakantie……
LikeLike