Wij zijn kampeerders. We houden van kleine gemoedelijke campings, het buitenzijn, samenzijn en terug naar wat écht belangrijk is. Tot nu toe deden we dat het liefst in een tent of vouwwagen, want dat voelde toch het meest als écht kamperen.
Eerlijk is eerlijk, mensen met een caravan, daar vond ik iets van. Een sleurhut, een boemscontainer, zo’n lel van een hok met een enorme schotel ervoor, zodat Goede Tijden niet gemist hoeft te worden. Nederlandse piepers in het keukenkastje, mayonaise op de plank en appelmoes in het koelkastje. De pot om vijf uur op tafel. Ik vond mensen met een caravan saai, degelijk en geen échte kampeerders.
Voordat jullie me massaal gaan ontvrienden: haal even diep adem en lees verder.
Vorig jaar zomer waren we met onze vouwwagen in Limburg. Een vouwwagen is de ultieme oplossing voor de kampeerder die doet alsof hij een echte die-hard is, maar wél comfortabel wil slapen. Nou weet ik niet of jullie je de beelden nog kunnen herinneren van Zuid-Limburg een jaar geleden, maar om je op weg te helpen: een flink aantal wegen was niet meer te zien en de Geul des te beter. Het was ronduit nat. Maar ja, wij hadden al geboekt en de camping was inmiddels droog.
Totdat het de tweede week opnieuw ging regenen. En regenen. En regenen. Er was geen onderbroek meer droog, geen bed níet klam en geen humeur meer zonnig. Vrienden van ons kwamen een dagje langs en vertelden hoe blij ze waren met hun caravan, waarin je tenminste droog kon zitten.
Een paar weken later was de vouwwagen voor meer dan we ervoor hadden betaald verkocht en kwam er een caravan. Een leuke, oude Kip. Want een caravan is tot daar aan toe, maar het moet vooral niet te nieuwerwets zijn!
De weken daarna ging ik als een dolle, ik heb nou eenmaal alleen maar een AAN- en UITknop en alles daartussenin is me volkomen vreemd, aan het pimpen. Ik zat uren achter de naaimachine, maakte gordijnen, bekleding voor de banken en een lampenkap. Ik schilderde, beplakte, legde in mijn eentje een nieuw vloertje. Er bleef geen hoekje in de oorspronkelijke staat. Ik besloot dat op deze manier een caravan nog wel te doen is: niet saai, niet standaard, niet degelijk. Ons Kippenhok.
Over een paar weken vertrekken we naar Frankrijk. Om zeker te zijn dat onze sleurkip dat zou overleven, planden we op de valreep een onderhoudsbeurt bij de Kippenboer.
En toen kwam dat telefoontje….
Kip bleek rijp voor het slachthuis. Als we er mee naar Frankrijk zouden gaan, zou waarschijnlijk bij de eerste hobbel in de weg de onderkant het begeven. Er was een scheur ontstaan die niet heel veel te hopen meer overliet. Ik heb dikke tranen gejankt om ons Kippenvriendje, ze hoorde al helemaal bij ons. Maar ja, het is en blijft een caravan, dus vervangbaar.
En zo geschiedde. Ons Kippenhok gaat naar een opkoper die er ergens in een Oostblokland een paar vrouwen inzet die het woord Kippenhok méér dan waar gaan maken en vooral het bed zullen gebruiken. “Laat het bordje er maar opzitten” grapte Kippenboer Nico.
Ik-wil-het-niet-weten!
Inmiddels staat op onze oprit een nieuwe Kip. Flink aantal jaartjes jonger, flitsender en comfortabel. En vreselijk saai… Maar daar maak ik binnenkort een einde aan, als ik mijn AANknop weer weet te vinden.
Kamperen is wat je er zelf van maakt, dat is me inmiddels duidelijk. En saai is het, met ons Kippenhokgezin, gelukkig nóóit!

Veel kampeerplezier……
LikeLike