Mensen kijken: de scheve Holtkamper.

’s Avonds op de camping, rond een uur of tien, horen we dat er op de plek die die middag achter ons vrijkwam een gezin aankomt. Het is bijna donker, maar ze lijken vol enthousiasme de boel te gaan opbouwen. “Een dure auto en een nieuwe Holtkamper, mensen met geld,” is het vlotte oordeel van Marcel.

Een Holtkamper, en dan nog wel een nieuwe. Ik ben totaal niet materialistisch ingesteld, ben heel gelukkig met onze afgeleefde vouwwagen die supersnel op te zetten is en waar we ons fijn in voelen. Ik hoef geen dure auto, geen gadgets, geen luxe diners en geen vakanties naar paradijselijke oorden. Maar een Holtkamper, ja dat is toch wel een stiekeme droom. Het is een vouwwagen met sfeer, de De Waard onder de vouwwagens. En met prijskaartje. Met een bedrag dat wij niet onder het matras hebben liggen helaas. Maar deze mensen blijkbaar wel.

Tot middernacht gaat het door: overleggen, haringen in de grond slaan, die er weer uithalen, de boel een beetje verschuiven, opnieuw al die haringen er weer in. Het is na middernacht als het stil is achter ons. Zou de boel staan?

Als ik de volgende ochtend met mijn kopje koffie voor de vouwwagen zit en kijk naar wat er achter ons staat moet ik lachen. Daar staat inderdaad een prachtige Holtkamper, vers van de vouwwagenboer. Schots en scheef! Het ziet eruit of ze de palen allemaal op een verkeerde plek hebben gezet. Ervoor zit een man die eruitziet alsof hij vandaag voor het eerst dit jaar het daglicht ziet, wat ook goed zo zou kunnen zijn, want iemand moet dit ding bij elkaar gewerkt hebben. Hij kijkt chagrijnig naar zijn scheve Holtkamper en zijn campingkoffie. Je ziet hem denken: ‘Is dit nou wat ze kamperen noemen, ik vind er nu al niets aan, waar is het ontbijtbuffet?’

Ik zie voor me hoe deze hardwerkende man zijn gezin ieder jaar meeneemt op vakantie naar luxe hotels met grote zwembaden en sjieke diners. Ik bedenk hoe deze man, net als de rest van Nederland, dit jaar heeft moeten improviseren en bedacht heeft dat vakantie in eigen land ook best kan voor een keer. “Kom jongens, we gaan kamperen, dat deed mijn opa vroeger ook. Jullie zullen zien dat het leuk is,” en hij kocht spontaan een nieuwe Holtkamper. “Dan hebben jullie dat ook eens meegemaakt, leuk voor later!”

En daar staan ze nu. Met een scheef opgezette Holtkamper, hun campingplek volledig geplaveid met plastic ( “anders gaan onze Italiaanse schoentjes eraan jongens” ) en een bak campingkoffie. Ik moet er hard om lachen en mijn kleine steekje jaloezie is alweer verdwenen. Zeker als Marcel zegt:

“In het najaar even goed marktplaats in de gaten houden. Ik gok maar zo dat er dan een gloednieuwe Holtkamper op staat.”

Eén reactie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s